Binnen de mavo ligt het accent naast vakkennis, onder andere op het ontwikkelen van vaardigheden en praktische opdrachten.
Leerlingen maken aan het einde van het tweede leerjaar een keuze in de vakken waarin zij examen gaan doen. Zij kunnen hierbij kiezen uit 3 profielen:
• Economie
• Zorg en Welzijn
• Techniek
De mavo sluit aan op alle leerwegen van het middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Ook is doorstroom naar de havo mogelijk.
Binnen de havo en het vwo ligt het accent naast vakkennis, op samenhang creëren tussen de schoolvakken en een zelfstandiger manier van leren verwezenlijken die beter aansluit bij de werkwijze in het hoger onderwijs.
Leerlingen maken aan het einde van het derde leerjaar een keuze in de vakken waarin zij examen gaan doen. Zij kunnen hierbij kiezen uit 4 profielen die corresponderen met de sectoren waarin we werk en opleidingen in de huidige samenleving verdelen:
• Cultuur en Maatschappij
• Economie en Maatschappij
• Natuur en Gezondheid
• Natuur en Techniek
De havo biedt doorstroom mogelijkheden naar het MBO en Hoger Beroeps Onderwijs (HBO )en het vwo.
Het vwo biedt doorstroommogelijkheden naar het HBO en de Universiteit
Welke vakken er in elk profiel verplicht zijn, is af te leiden uit de lessentabellen van de mavo, havo en het vwo, die op deze site staan bij 'Lessentabellen'. Naast een profiel volgen alle leerlingen, in het gemeenschappelijk deel, een breed pakket algemeen vormende vakken: Nederlands, Engels, maatschappijleer, culturele en kunstzinnige vorming en bewegingsonderwijs.
Op het vwo hoort daar in de vierde klas ook algemene natuurwetenschappen, dan wel Big History bij. Alle vwo-leerlingen volgen dus tot en met het eindexamenjaar minimaal twee moderne talen: Engels en Duits of Frans.
Naast het profiel moet de leerling ook nog één of meerdere vakken in het zogenaamde ‘vrije deel’ kiezen. Voor mavo zijn dit er drie, voor havo en vwo is dat er één. De leerlingen van de mavo maken halverwege de tweede klas een profielkeuze. Voor havo en vwo is dit halverwege de derde klas.
In de bovenbouw ligt de nadruk op eigen verantwoordelijkheid, zelfstandigheid en onderzoekend leren. Al in de onderbouw zijn de leerlingen hierop voorbereid. In de bovenbouw werken de leerlingen regelmatig alleen of in groepjes aan een opdracht en gaan op zoek naar informatie. De rol van de docent is daarmee wisselend: het ene moment ligt de nadruk op het overdragen van informatie en het geven van instructie en uitleg, het andere moment is de docent meer begeleider. Hoewel de afzonderlijke vakken leidend zijn in verband met voorbereiding op de landelijke examens, maken ook vakoverstijgende projecten, excursies en museumbezoek deel uit van het programma.
Het profielwerkstuk laat leerlingen kennismaken met een manier van onderzoeken zoals zij later ook op het mbo, hbo of de universiteit zullen tegenkomen. In de (voor)examenklas beginnen de leerlingen ermee. Het werkstuk gaat over een onderwerp uit één of meerdere vakken die de leerlingen in hun pakket hebben. Het doen van een onderzoek en daarvan verslag doen zijn hierbij verplichte onderdelen. Na afronding van het profielwerkstuk presenteren de leerlingen het eindresultaat op een avond voor ouders en andere belangstellenden.
Vanaf 3mavo, 4havo en 5vwo werken de leerlingen aan het schoolexamen dat vóór deelname aan het Centraal Eindexamen (CE) moet zijn afgerond. Het schoolexamen is een verzameling van allerlei onderdelen van de afsluiting. Dit kunnen schriftelijke toetsen zijn, scripties, beoordelingen van presentaties maar ook bijvoorbeeld recensies van theatervoorstellingen of een verslag van een excursie. Samen met het profielwerkstuk vormt het examendossier het schoolexamen.
Leerlingen sluiten sommige vakken al af in het jaar vóór het eindexamen. Andere vakken worden in het eindexamenjaar afgesloten met een landelijk Centraal Examen. Elke leerling ontvangt aan het begin van een bepaald leerjaar in de bovenbouw het examenreglement en een programma van toetsing en afsluiting (PTA). In het PTA staat precies vermeld waar de leerlingen zich aan moeten houden, wat de regels en rechten zijn, welke onderdelen van elk vak getoetst worden en hoe de toets wordt afgenomen. Ook het onderwijs in de derde klas is op basis van een PTA georganiseerd.
Het maximum aantal inhaal/herkansingsmogelijkheden in 4en 4/5 vwo is in het examenreglement gesteld op vier. Elk trimester is er één inhaal/herkansing mogelijk. In het laatste trimester zijn dat er twee, waarvan er één over leerstof van het hele jaar mag gaan. In de examenklassen (5H en 6V) hebben leerlingen recht op drie inhaal/herkansingen, hier mogen de leerlingen in het tweede trimester twee toetsen inhalen/herkansen.
Inhaalmogelijkheden gaan ten koste van de herkansingsmogelijkheden die leerlingen hebben. Een toets die herkanst is, kan niet nogmaals herkanst worden. Een speciale regeling geldt voor keuzevakken bij doubleren in klas 4.
Topsportleerlingen, leerlingen die in het leerlingenparlement zitten of te maken hebben met bijzondere omstandigheden of chronische ziekte kunnen onder bepaalde voorwaarden extra inhaalmomenten aanvragen. De precieze regeling staat in het examenreglement.